Cusco

2 juli 2014 - 8 juli 2014

Na een lange rit met de nachtbus vanuit Arequipa komen we vroeg in de ochtend aan in Cusco gelegen op 3300 meter hoogte. Dit is wellicht de bekendste stad in Peru want hier is het startpunt voor de heilige vallei van de Incas. Een prachtige vallei bezaaid met historische monumenten waarvan Machu Picchu ongetwijfeld de bekendste is. We logeren bij hostel feel@home en de gastvrijheid deed de naam alle eer aan.

Vele muren in de stad zijn nog de originelen, ooit opgetrokken door de Incas. Ze hadden een doordachte bouwstijl, er werd geen mortel gebruikt maar gigantische massieve stenen die werden bewerkt tot ze naadloos in elkaar pasten. Sommige steegjes zijn dan ook een streling voor het oog en het is er leuk rond slenteren. Op zondag was er op het centrale plein een prachtige voorstelling van allerlei traditionele dansen met live muziek en achteraf genoten we van een frisse pint in de hoogste Irish pub ter wereld.

We doen een uitstap naar Moray, drie colloseums gebruikt door de Incas om allerlei verschillende gewassen te kweken. Eentje is volledig gerestaureerd, één gedeeltelijk en één helemaal niet. Elk niveau heeft zijn eigen microklimaat. Interessant om te zien want zo besef je hoeveel werk er in een opgraving kruipt. Onderweg stoppen we in Chinchero waar we te zien krijgen hoe ze nog op traditionele wijze verschillende soorten wol verwerken tot allerlei textiel. Er word ons getoond hoe ze de wol schoonmaken met een natuurlijke shampoo, hiervoor raspen ze een soort wortel en lossen dat op in water. Om de kleuren te verkrijgen gebruiken ze natuurlijke producten, meestal één of andere plant dat ze een tijdje koken. We leren over de verschillende soorten wol en hoe je namaak alpaca kunt onderscheiden aan de hand van de geur.

Op de weg van Moray naar Maras liggen tegen een heuvel spectaculaire zoutpannen die al gebruikt worden sinds de pre-inca tijd. Het zoute water komt uit de berg en wordt afgetapt naar wel honderden pannen. Daarin verdampt uiteindelijk het water door de zon en zo schiet er uiteindelijk enkel zout over. Er wordt hier zout geoogst voor zowel medische doeleinden als voor consumptie. De zoutpannen zijn een coöperatie, verschillende families uit de buurt bezitten één of meerdere pannen.

Vooraleer we de machtige Machu Picchu bezoeken stoppen we eerst nog in Ollantaytambo, een zeer mooi bewaard Incadorp in de heilige vallei. Aan de rand van het dorpje is een groot onafgewerkt tempelcomplex. Net omdat het onafgewerkt is leert het ons veel over de bouwtechnieken van de Incas. Er zijn nog veel blokken waarvan de draagsteunen nog niet zijn verwijderd en de ramp waarlangs deze stenen, die makkelijk een paar ton wegen, naar boven werden gesleurd is er ook nog. Achter het complex is een tweedimensionele piramide uitgewerkt in de akkers. Alles wat je ziet is er voor een bepaalde reden en dat allemaal gebouwd op basis van de zon en de sterrenstelsels. Zo zijn er in de heuvel aan de overkant enkele Incagezichten gekerfd op plaatsen waar de zon opkomt aan het begin van een nieuw seizoen. Ook kenmerkend hier is het doordachte irrigatiesysteem die op vandaag nog steeds werkt.

Het hoogtepunt van de heilige vallei, Machu Picchu, kan je maar op twee praktische manieren bereiken. Ofwel door een trektocht van enkele dagen, ofwel met de trein. Wij kiezen gemakshalve voor optie twee. De trein vertrekt vanuit Ollantaytambo en zo zijn we dezelfde dag onderweg naar Aguas Calientes, het stadje aan de voet van Machu Picchu.

Meer foto's: klik hier.