2 juni 2014 - 5 juni 2014
Quito is met zijn 2850 meter de tweede hoogste hoofdstad in de wereld, na La Paz in Bolivië. Gelegen aan de voet van de Pichincha vulkaan wonen hier zo'n 1,7 miljoen Ecuadoranen. Na een relatief korte busrit van Otavalo gaan we met de taxi naar de binnenstad waar we op zoek gaan naar een kamer. Helaas loopt het deze keer niet zo van een leien dakje. Het is behoorlijk druk en de meeste populaire plaatsen zitten dan ook helemaal vol. Na een paar uur vinden we uiteindelijk een plaatsje bij hostel San Blas. Van slapen komt niet veel in huis want het is erg gehorig en erg proper is het er ook niet... Gelukkig leven we in een technologisch tijdperk en via de wifi van het hotel boeken we online een andere kamer in hostel La Rosario waar we de volgende dag kunnen inchecken.
Het historisch centrum van Quito met steile, nauwe kasseistraatjes en prachtige koloniale gebouwen is beschermd door Unesco. We slenteren er wat rond, half en half de wandeling volgend uit onze reisgids, en laten ons registreren om het presidentieel paleis te bezoeken, wat overigens gratis is. De gids zou Engels praten maar dat bleek uiteraard niet zo te zijn. Dit bezoek, samen met de tentoonstelling van alle geschenken die Ecuador ontvangen heeft van andere landen is mogelijk gemaakt door de huidige president die vond dat iedereen het recht had om dit gebouw met al zijn schatten te kennen. Er komen dan ook veel Ecuadoranen een kijkje nemen en wij vonden het al bij al wel de moeite waard. De beroemdste straat in het historische centrum is La Ronda, ooit een achterbuurt die nu volledig is gerenoveerd, vol bars, restaurants en leuke winkeltjes. Het doet ons zelfs een (heel) klein beetje denken aan Brugge.
Er is ook een nieuwe, moderne stad met hoge kantoorgebouwen, banken en alle gekende internationale hotelketens en fastfoodrestaurants. Behalve om geld uit de muur te halen komen we er niet. Het was overigens niet zo simpel om aan geld te komen. Ecuador is het eerste land waar onze kaart in elke ATM geweigerd werd. We vreesden eerst dat er weer een blokkering op zat maar blijkbaar is dit een bekend fenomeen met internationale kaarten. In de bank zelf konden we wel geld krijgen.
Daarnaast bezoeken we ook de indrukwekkende basiliek met prachtige bronzen deuren versierd met bas-reliëfs. Tegen een bescheiden betaling kan je ook de torens bezoeken. Niets voor de mensen met hoogtevrees (cfr. Timothy)! Met de lift ga je omhoog en via een wel erg steile ladder bevestigd aan de zijkant van een van de torens kan je klimmen tot op 72 meter hoogte. Boven wacht een prachtig uitzicht over de stad.
Uiteraard kan een bezoekje aan de evenaar niet ontbreken als je in Quito bent. De locatie van de evenaar hier werd bepaald door de Franse ontdekkingsreiziger Charles-Marie de la Condamine en zijn team tijdens een expeditie in 1736. Via moderne GPS-apperatuur weten we nu dat hij er slechts 150 meter naast zat. Op de plaats is een monument gebouwd, La Mitad del Mundo en daarrond is een soort van toeristisch stadje type Disneyland opgebouwd met souvenierswinkels en dergelijke. Het ligt echter een gans stuk uit het centrum en omdat we blijkbaar op de traagste bus ooit zaten kwamen we er net voor sluitingstijd aan.
Quito heeft een bijzonder metrosysteem wat eigenlijk bestaat uit bussen, de Metrobus. Ipv een metrolijn is een extra rijvak aangebracht waar enkel deze bussen (en hulpdiensten) gebruik mogen van maken. Er zijn ook haltes net als in een metrostation. De bus moet wel af en toe wat heen en weer manoeuvreren om het gat te passen zodat je kan instappen en je moet niet te lang twijfelen want met een verbazende snelheid en geluid slaan de deuren dicht. Op deze manier zijn wij ook een keertje gescheiden geraakt (maar vonden elkaar snel terug in de volgende halte). Al bij al een goed systeem maar wel serieus milieuonvriendelijk, onder andere te zien aan de laag roet dat op het wegdek en naaste omgeving zat.
We reizen verder naar het plaatsje Latacunga dichtbij de Cotopaxi vulkaan en het kratermeer van Quilotoa.
Meer foto's: klik hier.