Otavalo

29 mei 2014 - 2 juni 2014

El Geranio was toch niet helemaal ons ding. We checken 's morgens uit en gaan op zoek naar een meer centraal gelegen hostel. Lang moeten we niet zoeken want een schattige vrouw plukt ons van de straat en zo komen we terecht bij hostal Santa Fe waar we een dakterras hebben met prachtig uitzicht over de stad en de bergen.

Otavalo is vooral bekend omwille van de markt. Deze is er elke dag maar op zaterdag worden alle pleintjes en straten omgetoverd tot één groot koopfestijn. 's Morgens is er ook een veemarkt waar ze onder andere gigantische, vetgemeste cavia's verkopen want de 'cuy' is hier een plaatselijke delicatesse. De stad ligt in een dal en vanuit de omliggende bergen komen indigene stammen hun waren verkopen. Ze zijn vooral bekend omwille van de wollen textiel en elke familie heeft zowat zijn eigen specialiteit; kleurrijke kledij uit alpacawol, fluwelen hoeden, wollen tapijten,... Spijtig dat we niet veel souvenirs kunnen kopen.

De Ecuadoranen zien er gans anders uit dan de andere bevolking die we tot nu toe hebben ontmoet. Ze zijn gemiddeld anderhalve meter en lopen allemaal rond in traditionele kledij. De vrouwen in een blouse met kleurrijke geborduurde motieven, een poncho over de schouders en overal versierd met kleurrijke kralen. De mannen dragen hun haar lang in een vlecht onder een breedgerande hoed met witte driekwartsbroeken en een blauwe poncho. Onderling spreken ze hun eigen dialect, het Quechua, maar Spaans is nog steeds de algemene voertaal.

Rondom de stad kan je verschillende dorpjes in de bergen bezoeken. Wij gaan enkel naar Peguche waar we ook een mooie wandeling maken tot bij een waterval. Het dorpje op zich is twee keer niets. We hadden gehoopt enkele lokale ambachten te zien maar het was er zo dood als een pier en al snel keerden we terug naar Otavalo. De volgende dag trekken we verder naar Quito.

Meer foto's: klik hier.