Bocas del Toro


Ah, het vooruitzicht op de Carraïben! We moeten eerst terug naar David en vervolgens met een andere bus naar Almirante. De reggaemuziek staat op volume 1000 en het 4 uur durende ritje door de bergen is uitermate mooi. We balen dat we niet even kunnen stoppen om van de omgeving te genieten. Eens in Almirante nemen we een taxi naar de lancha's die varen naar Isla Colon, het befaamste eiland in de Bocas del Toro-archipel. De kamer die we op het oog hadden was toch niet helemaal ons goesting en na wat rondlopen vinden we een plaatsje bij hostal Hansi, jup, ne mof! Maar dat betekent ook Duitse normen en alles is kraaknet en perfect uitgerust. We hebben weer een keuken en een supermarkt om de hoek. Deze zijn bekend als 'Chino shops' want quasi iedere supermarkt is eigendom van een Chinees en heeft Chinees personeel. Dat betekent dan weer Chinese normen en de meeste plaatsen zijn dan ook een vieze puinhoop waardoor we hier vooral vegetarisch eten. Wat ook leuk is aan de meeste plaatsen in Centraal-Amerika is dat je letterlijk alles per stuk kunt kopen. Zo kan je een teentje look nemen (het gewicht is te laag voor de weegschaal waardoor we het telkens gratis kregen), een stuk selder, één smeerkaasje,...

Bocas Town, de grootste stad op Isla Colon waar ook de lancha's aankomen, is vooral gericht op de gringo's. Veel Westers eten, bars en hostels. Toch hangt er een leuke en vooral relaxte sfeer en elke nacht wordt er tot in de vroege uurtjes stevig gefeest. De meeste bars zijn paalhuizen boven het water. We vinden het hier helemaal niet zo verkeerd. Het overgrote deel van het eiland is jungle omringt door de meest idyllische stranden. Gelukkig is dit allemaal beschermd gebied. Met de bus kom je al snel in Bocas del Drago aan de andere kant van het eiland en je waant je per direct in een reismagazine voor huwelijksreizen. Wat is het hier mooi! Parelwitte stranden omzoomd met wuivende palmbomen en een zee in alle tinten groen en blauw. Wat hier ook zo bijzonder is, is dat de zeesterren tot heel dicht bij de kust komen. In het juiste seizoen kan je er honderden zien en is het water oranje gekleurd door hun aanwezigheid. Wij zien er 'slechts' tientallen en als je in het water gaat moet je oppassen dat je er niet op trapt. Het strand hier heet dan ook toepasselijk Playa Estrellas. Het enige spijtige is dat de locals geld geroken hebben en met hun veel te luide dieselgenerators enkele strandtentjes hebben opgezet.

We bezoeken ook Isla Bastimentos, gelegen op zo'n halfuurtje per boot vanaf Bocas Town. Dit eiland is meteen een pak rustiger en bestaat ook uit één groot nationaal park. Het is vooral bekend omwille van de luiaards die hier leven en ook de zeer zeldzame rode kikker. Dit is de enige plaats ter wereld waar ze voorkomen en we hebben er dan ook onze missie van gemaakt om er eentje te vinden. Helaas zijn ze slechts zo groot als de gemiddelde duimnagel en is de jungle gigantisch. Gelukkig dat ze rood zijn dus, zo vallen ze tenminste een beetje op. Onderweg naar Red Frog beach zien we meteen enkele luiaards en op de koop toe zijn ze aan het eten dus we hebben weer maar eens geluk. Waarom ze luiaards heten? Wel ze pitten zo'n 10 uur per dag en als ze al gaan wandelen doen ze ruim 6 uur over een kilometer. Het zijn zeer merkwaardige dieren en zeker het googlen waard.

Het strand zelf stelt niet veel voor in vergelijking met de stranden rondom Bocas del Drago en we gaan meteen de jungle in op zoek naar die kikker...en jawel hoor na een uurtje intensief zoeken vinden we er eentje! Hij schrikt van ons en springt recht in een streepje zon wat een prachtige foto oplevert. Onze dag is bij deze geslaagd!

Voor de rest doen we niets anders dan 'hangen' in Bocas Town. Na enkele dagen reizen we verder naar Panama City waar we als alles goed verloopt eindelijk onze visakaart terug hebben.

Meer foto's: klik hier.