Isla de Ometepe, het grootste eiland ter wereld in een meer, ligt te midden in Lago Cocibolca. Het ziet er uit als een grote acht, met twee vulkanen en daartussen strand en oerwoud. We nemen vanuit Granada de bus naar Rivas waar de ferry is naar het eiland. Vanop de ferry hebben we de ganse tijd een magisch uitzicht op dit natuurwonder. Het heeft iets mysterieus met de actieve vulkaan Conception op de voorgrond. We hebben geluk want ook nu is er geen bewolking. Het is een stereotiepe vulkaan zoals je ze kent uit alle boekjes en postkaarten, discusiëerbaar de mooiste van Centraal-Amerika.
Er zijn ongeveer 35000 inwoners waarvan de meeste in het grootste dorp, Moyogalpa, wonen. Het is ook hier waar de ferry aankomt en waar wij willen overnachten. Terwijl we rondkeken om een slaapplaats te vinden worden we aangesproken door een oudere Amerikaanse man of we niet even zijn kamers wouden bekijken. De gastvrijheid van het Italiaans-Amerikaans koppel sprak ons onmiddellijk aan alsook het vooruitzicht op een degelijke Italiaanse keuken want de gallo pinto (rijst met bonen) komt zo stilletjes aan onze oren uit. Nog wat van de prijs pingelen en we zijn voor drie nachten de nieuwe bewoners van cassita 4 in The American Hotel and Restaurant. Dat ook hier elektriciteitsproblemen aan de orde zijn ondervinden we de eerste nacht reeds. Als de 3 ventilators, ons enige reddingsmiddel tegen de warmte, het een paar keer begeven tijdens de nacht worden we telkens in schuim en zweet wakker. Jaja het leven kan hard zijn als wereldreiziger ;)
Het eiland heeft één weg die cirkelt rond beide vulkanen. Transport is hier erg duur want alles moet geïmporteerd worden met de ferry, ook de benzine. We beslissen uiteindelijk om het eiland te verkennen met een scooter, ook niet goedkoop maar dan zijn we tenminste vrij en is een pak leuker dan in een snikhete bus/taxi te zitten. De weg loopt pal over de enigste vliegtuigbaan dat het eiland rijk is, je kan echter niet vliegen naar Ometepe dus geen idee waarvoor ze het gebruiken. We houden een eerste stop bij Punta Jesus Maria, een lange zandbank die tot diep in het meer uitloopt, weinig indrukwekkend maar wel een leuk ritje tussen al het loslopende vee. De volgende stop is het natuurpark Charco Verde. We moesten eerst geld zien te wisselen want bij de ingang van het park hadden ze geen wisselgeld. We waagden onze kans in het bijhorende hotel maar ook hier konden ze ons niet helpen. Een Deense vrouw in de lobby overhoorde ons gesprek en stelde voor om samen met haar man een biertje te drinken in het restaurant waar ze ons vast wel konden helpen. Zij bleek een schrijfster van kinderboeken en hij een piloot uit Brazilië, maar geen gewone piloot. In de jaren zeventig vloog hij indianen uit de natuurreservaten naar de stad. De vrouw had alles achtergelaten in Denemarken, een zeilboot gekocht in Zuid-Afrika en de oversteek gemaakt naar Rio De Janeiro waar ze haar man ontmoet heeft. Samen hebben ze zes jaar de wereld rondgezeild en nu waren ze op een roadtrip van Alaska tot in Zuid-Amerika. We luisteren naar enkele indrukwekkende verhalen en verliezen hier veel meer tijd dan we gepland hadden. Uiteindelijk krijgen we ons wisselgeld en raken we toch nog in het park waar we enkele mooie uitzichten hebben op het meer en een nieuwsgierige apenfamilie rond ons hebben. We wouden nog gaan zwemmen in de natuurlijke putten van Ojo de Agua maar zo natuurlijk leek het ons niet, eerder verdacht netjes aangelegd en we rijden dan maar meteen verder naar het bekendste strand, Playa Domingo waar we iets eten vooraleer we de lange rit terug doen naar Moyogalpa.De volgende dag gebruiken we om het vervolg van onze reis wat te plannen en we besluiten om eerst nog San Juan Del Sur te bezoeken vooraleer we verder gaan naar Costa Rica.
Meer foto's: klik hier.
