Granada


Granada ligt vlak aan het gigantische Meer van Nicaragua, hier beter bekend als Cocibolca wat letterlijk vertaald 'zoete zee' betekend. Het was vroeger de Pacific die tot hier kwam maar door vulkanische activiteit is een stuk land ontstaan dat het huidige meer heeft afgesneden van de oceaan. Er zit dus ook vis op het meer die je in zoutwater terugvindt maar die zich in de loop der jaren heeft aangepast. Zelfs haaien vind je hier! De zogenaamde bull shark is behoorlijk gevreesd want vroeger waren er regelmatig aanvallen op mensen. Op vandaag echter is er zodanig agressief op gejaagd dat een aanval nog maar zelden voorkomt...maar toch! Ons krijg je in ieder geval niet in het water. Het ziet er trouwens niet uit want het ganse meer is behoorlijk vervuild. Vlak aan het meer ligt de vulkaan Mombacho. Een uitbarsting zo'n 10000 jaar geleden heeft in het meer 365 kleine eilandjes gevormd; Las Isletas. Jaren terug zijn deze door de overheid verkocht om de staatskas te speizen. Ze zijn dus allemaal privé eigendom en sommige staan te koop, voor zo'n 100.000 dollar ben je de trotse eigenaar! In het meer ligt ook het eiland Ometepe, het grootste eiland ter wereld in een meer, gevormd door twee vulkanen.


We kregen in Leon de tip van een Amerikaan om in hostel Oasis te blijven en daar trokken we dan ook heen. Hij had niet gelogen, we krijgen een mooie kamer vlak aan het zwembad en er is hier best veel volk. We ontmoeten er veel interessante mensen. Een veteraan van de oorlog in Vietnam die sinds 1974 in Costa Rica woont, een wielrenner uit Amerika die ook professioneel muurklimmer is, een pro-golfer uit Canada , een zeeman uit Ierland, mensen die gespecialiseerd zijn in het bestrijden van gigantische bosbranden,... Elke avond horen we wel weer een nieuw fantastisch verhaal onder het genot van de plaatselijke rum, Flor de Caña. Deze rum valt overigens onder de beste ter wereld en kost hier een habbekrats!

Wat ons opvalt is de schrijnende armoede. Overal zie je mensen die op straat leven en overal zie je ook de lijmsnuivers. Heel erg triest. In smerige kledij strompelen ze je voorbij als zombies totaal weg van de wereld en ze stinken ook echt naar lijm. De straatkinderen zijn het ergst, meestal alleen op de dool. We gaan op een avond uit eten met een bevriend Amerikaans koppel en na ons eten komt een straatkindje uit het niets opgedoken om te vragen of hij 'please' de rest van onze borden mocht opeten. De helft deed hij mee in een papieren doekje om aan zijn kleine broertje te geven, zo zagen we later. Heel triestig allemaal. We weten allemaal wel dat we alleen de wereld niet kunnen verbeteren maar om zo met je neus op de feiten gedrukt te worden (we kunnen niet ieder straatkind eten geven of iedere dakloze iets van geld geven of...) is wel confronterend. Schrikbarend veel mensen worden hier ook overvallen. Elke avond horen we wel een nieuw verhaal. Misschien niet te verwonderen met al die armoede hier. Opletten geblazen dus!

De volgende dagen vullen we met een boottochtje door Las Isletas en met het beklimmen van de vulkaan Mombacho. Alhoewel beklimmen...Hier hebben we wel serieus gezeurd. Je kan ofwel de zes kilometer naar de top omhoog wandelen, of voor een meerprijs kan je mee met een ecotruck omhoog. De weg naar boven is eigenlijk gewoon een steile asfaltweg in de vlakke zon dus beslissen we maar om de truck te nemen. Geen idee wat er zo ecologisch aan is want ons ziet het er gewoon uit als een doodnormale truck die met een hels lawaai onze luie kont naar boven sleurt. We kunnen het ook aan niemand vragen want het Spaans dat ze hier spreken klinkt als een soort West-Vlaams wat communiceren er niet makkelijker op maakt. Eens boven kan je kiezen uit twee wandelingen: de korte El Crater wandeling of de langere El Puma die op dit moment gesloten is dus El Crater it is! Het uitzicht over het meer en Las Isletas is adembenemend.

Als je richting het meer wandelt word je al vlug aangesproken door mensen die je een tochtje willen verpatsen doorheen Las Isletas. We knopen hier en daar een gesprek aan tot we iemand vinden die goed Engels praat. Hij was geboren op één van de eilanden en had er lange tijd gewoond, tot dat de overheid ook zijn eiland verkocht aan een een rijke Spaanse familie en ze konden opkrassen. Hij kende de streek dan ook op zijn duimpje en in twee uur tijd probeerde hij ons zoveel mogelijk bij te brengen. Erg leuk en interessant! Onderweg komen we ook de broer tegen van de man die visser is. Hij toont ons zijn vangst tot nu toe en geeft wat uitleg over de verschillende soorten vis die in het meer zitten. Op een van de eilandjes is ook een fort, het was namelijk via deze weg dat piraten zich een weg probeerden te banen naar Granada. Een ander beroemd eilandje is Isla de los Monos oftewel het apeneiland. Dit is eigendom van een veearts die het gebruikt om er apen op onder te brengen. Handig want zo kunnen ze niet weglopen, alhoewel eentje het geprobeerd heeft via de elektriciteitskabel en dat heeft hem zijn staart gekost.

Hier in de buurt is nog een meer, het veel kleinere maar niet vervuilde Lago de Apoyo. In Tikal, Guatemala hebben we een ouder koppel uit Frankrijk ontmoet die hier op bezoek waren bij hun zoon. Hij had aan dit meer samen met enkele vrienden een hostel overgenomen. We wouden hier naartoe maar het was voor lange tijd volboekt. Wel kon je ook een dagpas kopen dat toegang gaf tot alle faciliteiten. Het bleek ook dat deze hostel Paradisio nauw samen werkt met ons hostel in Granada en elke dag is er een shuttle bus heen en terug. We besluiten dan maar om een dagje de plaats te gaan verkennen. Het frisse zoete water is zalig om te zwemmen maar veel meer valt hier niet te beleven.

Na een week houden we het voor bekeken in Granada en na vele positieve verhalen kijken we er naar uit om een paar dagen Ometepe te verkennen.

Meer foto's: klik hier.