Palenque en de grensovergang naar Guatemala

Palenque is onze laatste stop in Mexico. Er zijn maar twee redenen om hier te komen en dat zijn de ruïnes en de mogelijkheid om de grens over te gaan naar Guatemala. Wij zijn hier voor beide.

Over het stadje zelf kunnen we vrij kort zijn: er valt helemaal niets te beleven. Je komt er om te eten en te slapen. Wij verblijven in de wijk La Cañada in hotel Xibalba. Deze wijk bestaat vooral uit hotels, restaurants en bars maar het is er best gezellig en vooral rustig, ideaal na een lange dag wandelen en klimmen bij de ruïnes.

De ruïnes zijn fantastisch en vallen terecht onder de mooiste van Mexico. De omgeving is werkelijk spectaculair bovenop een heuvel met een oneindig uitzicht over de laagvlakte met ondoordringbare jungle. De oudste vondsten tonen dat Palenque al bewoond was vanaf 300 voor Christus en tijdens de piekperiode woonden er naar schatting 100000 Maya's. Het was een belangerijk cerimoniëel centrum en er zijn een paar zeer belangerijke vondsten gedaan, vooral dan in graven (oa. het eerste graf gevonden in Amerika binnen een pyramide), welke cruciaal waren voor onze kennis van de Maya's op vandaag. De oudste afbeelding ooit gevonden van iemand die tabak rookt is ook hier te zien. Zoals alle Maya sites zijn bijlange nog niet alle geheimen onthult, zoals het nut van de grote, vierkante toren. We horen hier ook voor het eerst een brulaap. Ongeloofelijk hoeveel lawaai die beesten maken, zeker als je ziet hoe klein ze eigenlijk zijn. Hun geluid is overigens gebruikt voor de befaamde T-rex brul in Jurassic Park.

We regelen dat we de volgende dag reeds kunnen verder reizen naar Guatemala. Een ticket van Palenque (Mexico) naar Flores (Guatemala) kan je hier overal boeken. Om 6u 's morgens komen ze ons ophalen met een minibusje en we gaan vlotjes naar de grens. Vertrektax betalen aan de grens (hoe kan het ook anders...), bootje nemen naar de overkant (de grens tussen Mexico en Guatemala is een rivier), aankomsttax betalen in Guatemala y bienvenido! Het valt meteen op dat je in een totaal andere wereld terechtkomt. De comfortabele minibus wordt vervangen door een stokoude rammelkar zonder enige vorm van luxe. Geen airco, geen beenruimte, geen zachte zeteltjes,...Weg is ook het asfalt. De weg of eerder het pad dat we nu nemen staat berucht als één van de slechtste ter wereld. Met de vensters open schudden en beven we ons een weg naar Flores. 

Drie uur lang worden van links naar rechts gegooid en we zijn bedolven onder het stof dat door de ramen naar binnen komt. Plots stopt de bus en de chauffeur gaat alle banden controleren want zo zegt hij ons, nu komt het slechtste stuk maar geen paniek want het is slechts 12 kilometer...we gaan er wel ruim een uur over doen. Het volgende uur worden onze botten grondig herschikt en iedereen is opgelucht als we eindelijk weer asfalt onder ons hebben. Niettegenstaande de barslechte weg is het uitzicht prachtig, dwars door de jungle en doorheen kilometerslange teakplantages.  Onderweg komen we een familie tegen die bezig is in de vlakke zon met putten in de weg op te vullen. Onze chauffeur betaalt hen hiervoor en dat is meteen ook het enige inkomen dat deze mensen hebben. Meteen het bewijs dat dit land een pak armer is dan Mexico.

We stoppen aan het eerste tankstation en hier wordt de bus met lucht onder hoge druk uitgeblazen. De weg is een pak beter maar hier en daar ontbreken stukken en moeten we uitwijken voor putten, honden, varkens,... Nog een kleine twee uur tuffen en we zijn eindelijk in Flores.

Meer foto's: klik hier.