Yogyakarta

7 augustus 2014 - 11 augustus 2014

We komen veilig en wel aan in Yogyakarta met Lion Air, een Indonesische lowcost airline met een eerder heikele reputatie. Ondertussen hebben we al lang geleerd om zelf tot op straat te wandelen en daar een taxi aan te houden ipv eentje aan te spreken in de luchthaven. Dit scheelt meestal een pak geld. Sinds lang verblijven we nog eens in een echt hotel, Dafam Fortuna, om de hoek bij de bekende backpackersbuurt Sosrowijayan en zeer dicht bij de al even bekende winkelstraat Malioboro.

In tegenstelling tot Bali is het meerendeel van het half miljoen inwoners hier Moslim. Overal hoor je dan ook de azan, de beruchte oproep tot gebed, weerklinken. Jammergenoeg meestal kattevals en hoogst irritant elke nacht om 4u. Op straat zien we veel risjka's, hier gekend als de becak en ook veel koetsen, gekend als de andong. Sommige slimmerikken hebben op hun becak een motortje gemonteerd. Het is op straat overal erg druk maar toch is het goed te doen om hier zelf met een scooter te rijden. De inwoners van Java zijn ook allemaal erg vriendelijk en behulpzaam. Net zoals de Balinezen zijn ze verzot op een praatje maken. Een grote tegenvaller is hier wel het eten! We zijn blijkbaar verwend geweest in Bali en de meeste avonden gaan we dan ook eten in een Italiaans tentje dat we ontdekt hebben in de andere bekende backpackersbuurt, Prawirotaman.

Midden in de stad ligt het Kraton. Dit is het verblijf van de Sultan. Het bestaat niet enkel en alleen uit zijn verblijf maar ook uit de verblijven van zijn vele dienaren, opslagruimtes die nu dienst doen als musea, verschillende paviljoenen,  binnenpleintjes en het Waterkasteel. Het is bijzonder groot en schetst een mooi beeld van de geschiedenis en voor de euro entreegeld hoef je het niet te laten. Het Waterkasteel, ook gekend als Taman Sari, was de persoonlijke speeltuin van de Sultan. Veel woorden in het Indonesisch komen uit het Nederlands zoals waterkasteel, rijsttafel, handdoek, knalpot, helm,... Het Waterkasteel bestaat uit twee baden gescheiden door een muur met uitkijktoren. Het ene bad was voor de harem van de Sultan die persoonlijk vanuit de toren enkele dames uitpikte om samen de watertango te dansen in zijn privébad. Het is wel wat zoeken om de ingang te vinden van deze gerestaureerde ruïnes in het doolhof van steegjes. Vooral omdat enkele sluwe verkopers valse wegwijzers plaatsen die leiden naar hun winkeltje.

Wij kwamen voornamelijk naar Yogyakarta om twee historische monumenten te zien, Borobudur en Prambanan. Beide bezoeken we op eigen houtje met de scooter. De inkomprijs voor toeristen is tien keer zo hoog als voor de lokalen. Dit begint ons toch danig voor de borst te stoten maar er is geen ontkomen aan. Studenten krijgen 50% korting en velen gebruiken een treinabonnement, bibliotheekkaart of iets van die aard als bewijs dat ze student zijn. Als er maar een foto van je op de kaart staat en het er iet of wat officieel uitziet is het prima. Helaas hebben we niets voor handen en even lief kijken helpt ook niet dus we betalen de volle pot. Op beide locaties wou iedereen (maar dan echt iedereen) met ons op de foto. Bij Borobudur was het zelfs zo gek dat ze een lijn aan het maken waren om met ons op de foto te mogen.  We moesten echt weglopen en kregen enkele teleurgestelde blikken maar we hebben hier veel tijd mee verloren. Hier hadden we (lees Timothy) ook de sleutel vergeten op de scooter. Grote paniek aan de uitgang dat we ergens in het immense complex de sleutel waren kwijtgeraakt maar de parkeerwachter kwam ons al tegemoet met de sleutel. Ondenkbaar in Zuid-Amerika en toen we de man een kleine fooi gaven was hij helemaal van de kaart. Voor hem was dat niet meer dan normaal dat hij dat deed!

Prambanan is ongeveer een uurtje rijden langs een zeer drukke,  vervelende hoofdbaan. Het is het grootste hindoeïstische tempelcomplex in Indonesië. Helaas deels vernietigd door een aardbeving maar desalniettemin zeer indrukwekkend. De belangrijkste tempel bestaat uit 3 delen die respectievelijk zijn toegewijd aan Shiva, Brahma en Visjnoe. Elk deel is versierd met prachtige reliëfen. Wat velen niet weten of niet interesseert is dat er op een kwartiertje wandelen een prachtige boeddhistische tempel is, perfect symmetrisch gebouwd. Hier is de hoofdtempel is omgeven door tientallen kleinere structuren.  Ook de grote begeleide groepen lijken dit complex links te laten liggen.  Wij vinden het heerlijk om hier helemaal alleen rond te slenteren.

Borobudur ligt ook op een uurtje rijden. De afstand is wel een stuk groter maar je kan lekker rustig doorrijden.  Het is het grootste boeddhistische tempelcomplex ter wereld daterend uit de achtste eeuw. Jarenlang lag het bedolven onder as van een vulkaanuitbarsting en vegetatie, verlaten toen het leeuwendeel van de bevolking bekeerd werd tot de Islam in de 15de eeuw. Pas in 1885 was het terug blootgelegd dankzij Raffles, tevens de stichter van Singapore.  Het complex bestaat uit 7 verdiepingen, 4 vierkante en 3 ronde. De vierkante niveaus zijn geflankeerd met reliëfs in een adembenemend detail. Deze tonen het levensverloop van Boeddha. Geen wonder dat het 75 jaar heeft gekost om dit te bouwen. De drie bovenste ronde niveaus zijn bezaaid met stoepas. In de meeste staat een Boeddhabeeld en het lokale geloof zegt dat elk die in staat is de Boeddha aan te raken door de gaten in de wand het eeuwige geluk krijgt. Bijzonder makkelijk met onze lange westerse armen dus voor wie nog wat geluk kan gebruiken, daar moet je zijn!

We moeten verder tot in Jakarta, de hoofdstad van Indonesië en gaan met de trein eerst naar Bandung.

Meer foto's: klik hier.